De Ficus Dicranostyla is een vijgenboomsoort die voorkomt in de regenwouden van Zuidoost-Azië. Het is een groenblijvende boom die ongeveer 60 voet hoog wordt, met een stamdiameter tot 2 voet. De bladeren zijn donkergroen en glanzend, en de vrucht is eetbaar en heeft een zoete smaak. In dit artikel geven we een uitgebreide gids over de Ficus Dicranostyla, inclusief algemene informatie, verspreidingsgebied, habitat, kweekdetails, eetbare toepassingen, en de verzorging die nodig is voor deze interessante plant!
Planten Eigenschappen
Oorsprong: De Ficus Dicranostyla is inheems in tropisch Afrika, waar hij te vinden is in Angola, Kameroen, de Democratische Republiek Congo, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Kenia, Tanzania en Oeganda (d.w.z. het verspreidingsgebied strekt zich uit van West- en Centraal-Afrika tot Oost-Afrika).
Levensduur: De boom heeft een relatief korte levensduur van ongeveer 20-40 jaar.
Groei klimaat: De Ficus Dicranostyla geeft de voorkeur aan een warm, vochtig klimaat en groeit het beste in de volle zon. Hij verdraagt geen koude temperaturen of vorst.
Afmetingen: Deze soort kan een hoogte bereiken van 30-40 m (98-131 ft) en een diameter van 60 cm (24 in).
Bladeren: De glanzende, donkergroene bladeren zijn enkelvoudig en eirond van vorm met een spitse top. Ze staan in tegenovergestelde paren langs de stengels en zijn 15-20 cm lang en 12-15 cm breed.
Bloemen: De kleine, witte bloemen worden gedragen op korte stengels die uit de bladoksels komen. Elke bloem heeft vijf bloemblaadjes die aan de basis vergroeid zijn tot een buis.
Vruchten: De vruchten van deze boom zijn klein, vlezig en donkerrood van kleur. Ze rijpen in het midden tot het einde van de zomer en zijn elk ongeveer 15 mm lang bij 12 mm breed.
Cultivatie: Ficus Dicranostyla wordt meestal vermeerderd uit zaden of stekken. Hij geeft de voorkeur aan een standplaats in de volle zon of halfschaduw en goed gedraineerde grond met veel organisch materiaal. Deze soort is ook tolerant voor lichte vorst.